Blogs


door Renate de Jonge 22 jan., 2021
 Uit verschillende eyetracking-onderzoeken blijkt dat we onze ogen via een vaste volgorde over een webpagina bewegen. Nederlands wordt van links naar rechts gelezen en we hebben een vast scanpatroon wanneer we naar een pagina met tekst kijken. Tekst in Z-patroon Op webpagina’s met relatief weinig tekst, scannen we in een Z-patroon: We bekijken de koptekst van links naar rechts, vervolgens lopen we diagonaal naar linksonder door de inhoud van de pagina en we eindigen linksonder. Je kunt gebruik maken van dit patroon door ervoor te zorgen dat je belangrijkste informatie zodanig is opgenomen dat het deze oogbeweging volgt. Er zijn vier focuspunten, die zijn verbonden door drie lijnen in een Z-vorm. Tekst in F-patroon Websitebezoekers lezen volgens het F-patroon als een pagina veel tekst heeft. Gebruikers beginnen met scannen van links naar rechts langs de bovenkant en scannen vervolgens langs de linkerkant van de pagina, op zoek naar visuele aanwijzingen voor de informatie die ze zoeken. Als ze zo'n aanwijzing vinden, bijvoorbeeld in een tussenkop, scannen ze van links naar rechts. Ze herhalen dit proces tot onderaan de pagina. Dit scanpatroon levert een hittekaart op die lijkt op de letter F en kent vijf focuspunten. Hoe gebruik je deze scanpatronen Zorg dat je rekening houdt met deze scanpatronen bij het design en de content van je webpagina’s. Kopteksten moeten triggeren en informeren en CTA’s moeten op duidelijke plekken op de pagina staan aangegeven, bijvoorbeeld gebruik makend van de focuspunten. Naast de scanpatronen, kun je met meer zaken rekening houden in het design van je content: • Grootte -> Grotere elementen springen als eerste in het oog. • Kleur - Heldere kleuren vangen de aandacht. • Contrast - Grote verschillen tussen elementen trekken de aandacht naar de meeste heldere elementen. • Uitlijning - Gebruikers verwachten bepaalde elementen op dezelfde plaats te vinden. • Herhaling - Een herhaalde kwaliteit (bijvoorbeeld gekleurde delen van tekst) trekt de aandacht van de gebruiker. • Witruimte - Door witruimte rond elementen op te nemen, worden ze onderscheiden als afzonderlijke groepen informatie.
door Renate de Jonge 22 jan., 2021
Overtuigende woorden trekken de aandacht van je lezer (of ze dit nu willen of niet) en zetten aan tot actie. Zo verhogen ze de conversie op je website. Ze roepen een gevoel van urgentie op en zetten je lezer in de actiemodus Ze prikkelen de nieuwsgierigheid Ze geven duidelijk aan wat het voordeel is voor je lezer Ze geven een reden om direct actie te ondernemen Ze wekken verlangen op In dit blog heb ik een magneetwoordenalfabet voor je gemaakt. Online vind je met de zoekterm ‘krachtwoord’ of ‘magneetwoord’ nog veel meer voorbeelden van woorden met overtuigingskracht. A - Actie B - Beste C - Cadeau D - Dringend E – Eerlijk F – Favoriet G – Garantie H – Handig I – IJzersterk J – JA K - Korting L - Laatste M – Meteen N – Nu O – Objectief P – Professioneel Q – Quote R – Rijkdom S – Snel T – Tijdelijk U – Uniek V – Voordeel W – Winst X – X-factor Y – Yes! Z - Zeldzaam
17 dec., 2019
Als je een het schrijven van je teksten wilt uitbesteden aan een copywriter of tekstschrijver, zorg dan voor een goede briefing. Je gaat misverstanden hiermee uit de weg en het komt de kwaliteit van de tekst altijd ten goede! Je leest hier een aantal essentiële onderdelen van elke briefing. Achtergrondinformatie • Hoe groot is de organisatie • Welke diensten en/of producten levert je bedrijf • Wat zijn je missie en visie • Wat is het ‘waarom’, het bestaansrecht van je organisatie? De doelgroep • Voor wie is de tekst bedoeld? • Wat zijn de kenmerken van deze groep? Zijn het bijvoorbeeld particulieren of bedrijven? Wat zijn demografische kenmerken (leeftijd, geslacht, opleiding)? • Met welke problemen kampt jouw lezer en waarvoor bied jij ze een oplossing? • Is er een buyer persona? Wat zijn ambities, passies en overtuigingen van je doelgroep? Het doel van de tekst • Wat wil je bereiken met je tekst? Wil je beter vindbaar zijn in Google, autoriteit en expertise uitstralen, leads genereren, informeren? Elk doel kent een andere schrijfstijl. • Ook moet duidelijk zijn wat de boodschap is die je wilt overbrengen met de tekst. Hoe wil je jouzelf als aanbieder van de boodschap profileren? Type teksten • Welk type teksten wil je laten schrijven? Bijvoorbeeld webteksten, blogposts, nieuwsbrieven of een persbericht? • Waar wordt de tekst gebruikt? • Wat is andere content op deze plek? • Welke context wordt gewenst? De content • Levert de opdrachtgever input of doet de tekstschrijver alle research? • Deel de gewenste zoekwoorden met de tekstschrijver • Hoe lang moet de tekst zijn, hoeveel woorden moet het artikel hebben? • Welke inhoud moet het artikel in elk geval hebben? • Zijn er stijlregels waaraan de tekstschrijver zich moet houden? • Welke ‘tone of voice’ kan worden gebruikt? • Het is goed om de SEO-technieken die de copywriter hanteert, kort te bespreken • Wie levert foto’s of illustraties? De deadline • Wanneer moet de conceptversie van het artikel af zijn? • Hoe snel wordt er gereageerd op de tekst? • Hoeveel tijd is er voor een eventuele correctieronde? De kosten en betalingsvoorwaarden Het moet vooraf duidelijk zijn, voor zowel opdrachtgever als tekstschrijver, wat de te factureren kosten zijn en wat de betalingstermijn is. Auteursrecht Als het gaat om auteursrecht, zijn er verschillende regels vastgelegd in de Auteurswet. Het is handig om deze regels tijdens de briefing door te spreken, zodat hier geen verwarring over kan ontstaan. Een paar belangrijke: • Auteursrecht vóór levering en betaling bij de tekstschrijver • Eenmalige publicatie voor overeengekomen doel • Ingrijpende wijzigingen alleen met toestemming Ten slotte Uiteraard mag de opdrachtgever erop rekenen dat de tekstschrijver alle informatie vertrouwelijk behandeld. Eventueel kun je dit vastleggen in een ‘non disclosure agreement’.
door Renate de Jonge 14 okt., 2019
We weten het inmiddels allemaal wel: binnen een seconde of drie moet je websitebezoeker of nieuwsbrieflezer aan je lippen hangen, anders is hij alweer vertrokken. Maar hoe realiseer je dat zo snel? Uiteraard, content is King, maar zijn er ook hulpmiddelen? Goed nieuws, die zijn er zeker. Hallo Stiekem vinden we onszelf eigenlijk allemaal de leukste persoon die we kennen. En onze naam is aan onszelf gekoppeld. Het horen of lezen van onze naam vinden we dus bovengemiddeld leuk, het geeft ons een goed en gewaardeerd gevoel. Je kunt dit gebruiken in gesprekken, maar ook in je online communicatie. Gebruik een paar keer de naam van je lezer en je tekst wordt hoger gewaardeerd. Dit krijg je van ons! Als je iets weggeeft, is de kans groter dat je websitebezoeker iets bij je koopt. We kennen allemaal wel de downloadbare E-books, white papers en gratis minitrainingen. Maar ook wanneer je je eerste werk voor een klant als investering presenteert, is de kans groter dat je de aandacht van je potentiële klant hebt getrokken. Zelf bied ik wel eens aan kosteloos een proefcase te schrijven of te redigeren. En toen ik laatst mijn pup liet trimmen bij een nieuwe salon, gaf de trimmer aan dat ze ‘ruim drie uren was bezig geweest’, maar slechts twee daarvan zou doorberekenen omdat ze dit ‘als een investering voor de toekomst zag’. Tja, nu durf ik nauwelijks naar een ander te gaan de volgende keer ;-). Outsider Soms wordt het als een voordeel gepresenteerd dat een tekstschrijver expert is op een bepaald vakgebied. Wordt het echt heel erg technisch of is je publiek uiterst deskundig, dan is dit inderdaad een voordeel. In de meeste gevallen is het echter juist goed je tekst door een ‘outsider’ te laten schrijven, of in elk geval te laten nalezen. Zo ben je er zeker van dat je tekst wordt begrepen door je lezer en dat hij niet al na twee zinnen zijn aandacht verliest. Want dan ben je hem inderdaad binnen die drie seconden weer kwijt.
door Renate de Jonge 19 sep., 2019
Ben jij een echte teamplayer? Good for you, maar erg uniek maakt het je niet. Wereldwijd is ‘teamplayer’ het meest gebruikte cliché in een sollicitatiebrief. CVster analyseerde tienduizenden CV’s uit 39 landen wereldwijd en komt tot deze conclusie ( https://cvster.nl/cv/cliche-op-cv-onderzoek ) In Nederland kom je ‘ik kan goed zelfstandig werken’ en ‘ik ben sociaal’ ook vaak tegen. Verder zijn we in ons land leergierig, flexibel en gedreven en we houden van een uitdaging. Prachtige eigenschappen natuurlijk en je werkgever is er ongetwijfeld blij mee. Maar erg onderscheidend zijn deze clichés dus niet. Want een cliché is niets meer dan een uitdrukking die te vaak wordt gebruikt en daardoor afgezaagd en betekenisloos overkomt. Benoem het anders en geef voorbeelden Maar hoe krijg je dan toch al je competenties en positieve eigenschappen vermeld in je brief of CV? Eigenlijk heel simpel, door de ‘dooddoeners’ te omschrijven. Ben je nou eenmaal echt een teamspeler en wil je dat benoemen? Schrijf dan dat je graag samenwerkt met collega’s. Geef een concreet voorbeeld van een project in je huidige functie waarin je dat goed afgaat. Heb je geen ‘9 tot 5’-mentaliteit? Top. Laat je toekomstige werkgever weten dat je graag je werkt afmaakt en het helemaal niet erg vindt om als het nodig is een keer een uurtje langer te blijven of thuis iets af te maken. Vermijd overdrijven Woorden als ‘perfect’ kun je beter overslaan in je sollicitatie, bijvoorbeeld in de zin ‘Deze functie sluit perfect aan op mijn profiel’. Ten eerste wil de lezer van jouw brief dat waarschijnlijk graag zelf beoordelen. Ten tweede is de zin te nietszeggend. Vertel liever dat de vacature goed aansluit bij je ervaring en geef een aantal voorbeelden waarom dat zo is. Tenslotte Probeer ook je slotzin iets origineler te formuleren dan ‘In afwachting verblijf ik…’ Sluit af met een zin waarin je aangeeft graag op gesprek te komen en laat weten hoe men je kan bereiken voor het geval er voorafgaand aan het gesprek nog vragen zijn.
door Renate de Jonge 22 mei, 2019
Wil jij je bezoekers regelmatig op een aantrekkelijke manier informeren? Dan kan bloggen een mooie manier zijn. Je hebt vast wel een aantal onderwerpen waarover je de bezoekers van jouw website wil vertellen. Maar hoe zorg je nu dat jouw gedachten op papier komen zoals jij in gedachten hebt? Ik deel hier een aantal tips met je. Zorg dat je lezer je herkent Een blog vertelt jouw verhaal. Het is een persoonlijk geschreven stuk waarin je jouw kijk op zaken geeft. Wees niet bang om je mening te geven en jouw eigen draai aan de tekst te geven. Lezers vinden het leuk om jou te herkennen in de tekst en leven graag met je mee. Wees daarom open en eerlijk, kortom wees jezelf. De opbouw van een blog We weten allemaal hoe druk we zijn. Een blog moet dus aantrekkelijk zijn geschreven. In tekst uiteraard, maar ook met een goede opbouw bereik je enorm veel. Veel witruimte en tussenkopjes maken je blog overzichtelijk een gemakkelijk te lezen. Een pakkende titel, zorgt ervoor dat je bezoeker zin heeft om verder te lezen. Stel bijvoorbeeld een vraag in je titel (die je vervolgens beantwoord in je blog). Wacht niet op ‘het juiste moment’ Het zal best eens voorkomen; zo’n week dat je helemaal geen tijd of inspiratie hebt. Wil je serieus iets bereiken met bloggen, dan mag dit geen reden zijn jouw blog maar een weekje (of langer) over te slaan. Het regelmatig posten van een blog is essentieel. Je lezers zijn je anders zo weer vergeten. Content planning Het maken van een goede content planning helpt je om je blog plan vol te houden. Bedenk hoe vaak je van je wilt laten horen en op welke manier. Maak een lijst van mogelijke onderwerpen en plan ruim voldoende tijd in voor het maken van je blog. Denk daarbij aan schrijftijd, maar ook brononderzoek, het uitzoeken van beeld en het daadwerkelijk plaatsen van je blog op je website of je social media. Natuurlijk hoeft niet elke bericht een uitgebreide blog te zijn! Als je slim omgaat met je content, kun je deze heel goed hergebruiken. Uit je blog haal je bijvoorbeeld twee of drie details waar je een social media bericht van maakt. Check dubbelcheck De meningen zijn verdeeld: kan een typefout of spelfout wel of niet? Niemand zal je blog als waardeloos beoordelen als je ergens een keer een ‘t’ mist, maar feit is wel dat je lezer zicht niet serieus genomen voelt, als een tekst er ‘afgeraffeld’ uitziet. Lees dus je blog minimaal een keer door voordat je hem plaatst en schakel nog liever een tweede lezer in. Check ook of je verhaal logisch is opgebouwd en helder overkomt. Koester je lezers Krijg je reacties op je blog? Leuk, gefeliciteerd! Nu is het aan jou die lezers te koesteren. Beantwoord vragen en reacties en blijf altijd vriendelijk, ook al vind je een reactie eens iets minder leuk. Zo bouw je een band op met je lezers. Denk je na bovenstaande tips ‘Poeh, echt niets voor mij!’, dan kun je natuurlijk altijd je blog laten schrijven door een copywriter die helemaal in jouw huid kan kruipen en een tekst voor je schrijft waar je lezers jou in herkennen.
door Renate de Jonge 12 dec., 2018
Een tekst waar een foutje in zit. Hoe erg is dat eigenlijk? Neemt je lezer je dat kwalijk? Nou, dat valt gelukkig best mee, maar het maakt wel enig verschil over wat voor soort fout we het hebben. Je hebt typefouten, spelfouten en taalfouten. Een typefout overkomt ons allemaal wel eens. Je typt bijvoorbeeld een ‘e’ teveel of te weinig. Meestal worden deze tikfoutjes bovendien wel hersteld door de spellingscontrole. Spelfouten zijn woorden die niet volgens de geldende spellingsregels zijn geschreven. Bijvoorbeeld allebij in plaats van allebei. Ook hier helpt de spellingscontrole je vaak uit de brand, behalve dan misschien bij onjuist gebruik van ‘d’ of ‘t’ in een werkwoord of vervoeging daarvan. De taalfout is de lastigste fout. We hebben het dan over zinnen met onjuist gebruikte woorden, zinnen die niet in de juiste volgorde staan of grammaticale fouten. Bijvoorbeeld ‘het meisje die daar fietst’ in plaats van ‘het meisje dat daar fietst’, of ‘jij bent groter als mij’ in plaats van ‘jij bent groter dan ik’. Met name de laatste soort fouten heeft toch wel enig negatief effect op de reputatie en geloofwaardigheid van de tekst en de schrijver, zo blijkt uit divers onderzoek. Door de taalfouten wordt het niveau en de kennis van de schrijver in twijfel getrokken en daarmee ook de kwaliteit van de tekst. Het beste is dus om je blog, site of andere uitingen te laten nalezen en te zorgen dat je (zo goed als) foutloos voor de dag komt. Een kleine moeite waarmee je het risico vermijdt dat lezers om die reden afhaken.
door Renate de Jonge 05 nov., 2018
#1 Schrijvers schrijven De enige manier om gemakkelijker en beter te leren schrijven is door het veel te oefenen. Je kunt nog zoveel boeken of tips over schrijven lezen – je zult pas beter worden als je regelmatig schrijft. #2 Schrijven is per definitie creatief Niet alleen een mooi gedicht of literatuur is creatief. Ook een goed geschreven essay of zelfs een zakelijke brief kan originaliteit en vindingrijkheid laten zien. #3 Schrijf zoals je spreekt Zorg ervoor dat je schrijfsels niet onnatuurlijk en gestileerd overkomen. Schrijf eerlijk en realistisch. Min of meer in spreektaal dus. #4 Schrijf minder snel dan je spreekt Het grote voordeel van schrijven is dat je de tijd hebt je woorden zorgvuldig te kiezen. Maak hier gebruik van. Blijf nog steeds eerlijk en realistisch. #5 Gebruik alle zintuigen Zorg ervoor dat je niet alleen vertelt hoe iets eruit ziet, maar beschrijf ook geluiden, geuren, smaken en texturen. Uiteraard alleen wanneer het iets zinvols toevoegt aan de beschrijving. #6 Voor schrijven moet je vaak moeite doen Laat je niet afschrikken door een witte pagina of een deadline. Soms is schrijven gewoon hard werken en dat is prima. Het hoeft niet altijd leuk te zijn. #7 Show don’t tell Concrete voorbeelden zijn altijd beter dan abstracte, generaliserende of hypothetische veronderstellingen. Vertel niet dat je buurvrouw een gemeen loeder is. Laat het zien door te vertellen over de gemene dingen die ze doet. #8 Grammatica Zorg dat je de basics van grammatica onder de knie hebt. Een tekst is echt niet meteen waardeloos door een enkele spel- of typefout, maar fouten kunnen wel afleiden. Niet sterk in grammatica? Laat je tekst lezen en corrigeren door iemand die dat wel is. #9 Redactie is meestal wegstrepen Lees je tekst na het schrijven nog een aantal keren door en wees niet bang zinnen weg te strepen. Best moeilijk na al je harde werk, maar een goed geschreven stuk verspilt geen overbodige woorden. Vind de kern van wat je wilt vertellen en schrap de rest. #10 Zorg voor duidelijke verbindingen tussen ideeën Een sterke tekst leidt de lezer zodanig door het verhaal dat hij moeiteloos de gedachtegang van de schrijver kan volgen.
door Renate de Jonge 23 aug., 2018
Je kent ze vast wel. Van die twijfelwoorden. Is het nu beide of beiden? Grote of grootte? Hen of hun? Hieronder lees je hoe en wanneer je vijf van deze twijfelwoorden moet toepassen. Doe je die in elk geval helemaal goed vanaf nu! 1. Beide of beiden? Alle of allen? Stelregel: in combinatie met een zelfstandig naamwoord geen ‘n’ gebruiken. De woorden krijgen geen ‘n’ aan het eind als ze bij een zelfstandig naamwoord horen. Het maakt niet uit of je over mensen of dingen schrijft: Je staat met beide benen op de grond Beide opa’s komen op mijn feest Je moet alle onderdelen samenvoegen Op deze vergadering zijn alle managers present Je schrijft ‘alle’ en ‘beide’ zonder n als het woord zelfstandig wordt gebruikt en NIET op personen slaat: Bedenk 10 woorden. Ze moeten alle met de letter ‘A’ beginnen. Denk aan je handen: je moet ze beide aan het stuur houden. Je schrijft ‘allen’ en ‘beiden’ met n als het woord zelfstandig wordt gebruikt en slaat op personen die eerder worden genoemd: Wij hebben 10 managers. Op deze vergadering zijn ze allen present. Ik heb 2 opa’s. Beiden komen op mijn feest. Je schrijft ‘allen’ met n als het woord zelfstandig wordt gebruikt en iedereen betekent: Wij richten onze boodschap aan allen . 2. Wat is het verschil tussen ‘dan’ en ‘als’? Als je twee dingen vergelijkt en je wilt het verschil beschrijven, gebruik je vaak de vergrotende trap of bijvoorbeeld ‘anders’ om het verschil te beschrijven. A is groter (beter, kleiner, voller, groener, dikker) dan B. Bram schrijft netter dan Eef. Bram is veel sterker dan zijn klasgenoten. Eef doet niets anders dan slapen. Als je twee dingen vergelijkt en je wilt de gelijkheid beschrijven, gebruik je vaak ‘even’, ‘zelfde’ of ‘zo’. A is even groot (goed, klein, vol, groen, dik) als B. Bram schrijft even netjes als Eef. Bram is net zo sterk als zijn klasgenoten. Gevallen waarin er toch ‘als’ achter een vergrotende trap mag staan: Ik fiets harder als ik wind mee heb. Je verstaat mij beter als je mij aankijkt. In deze zinnen heeft ‘als’ een andere betekenis en er is geen sprake van een vergelijking. Soms krijgt een zin door het gebruik van ‘als’ of ‘dan’ een heel andere betekenis: Engels leren is gemakkelijker dan je denkt. (Je verwacht misschien dat het moeilijk is, maar het valt best mee) Engels leren is gemakkelijker als je denkt. (Als je nadenkt, is het gemakkelijker) 3. Grote of grootte? De woorden ‘grote’ en ‘grootte’ klinken hetzelfde, maar betekenen iets anders. ‘Grote’ is een bijvoeglijk naamwoord: Het huis is groot. Het grote huis. (lang-lange, warm-warme) ‘Grootte’ is een zelfstandig naamwoord en betekent ‘afmeting’: Bij het kamperen moeten we rekening houden met de grootte van de caravan. (lang – de lengte, warm – de warmte) 4. Wat is het verschil tussen ‘hen’ en ‘hun’? De woorden ‘mijn’ en ‘hun’ zijn bezittelijke voornaamwoorden. De woorden ‘mij’ en ‘hen’ zijn persoonlijke voornaamwoorden. Anouk noteert hen op de lijst. Anouk noteert hun gegevens op de lijst. Deze fiets is van hen . Deze fiets is van hun vader . Tip: Verander het woord eens in ‘mij’ of ‘mijn’; mij = hen en mijn = hun. Ze noteert mij op de lijst. Ze noteert mijn gegevens op de lijst. Deze fiets is van mij. Deze fiets is van mijn vader. Altijd fout: ‘hun’ als hoofdpersoon. Hun hebben een mooi huis. Hun komen eraan. Dit moet zijn: Ze hebben een mooi huis. Ze komen eraan. 5. Wanneer ‘ik of mij’ en ‘jij of jou’ De woorden ‘ik’ en ‘mij’ worden nog wel eens met elkaar verward. Vooral in zinnen als deze: Peter loopt even hard als…. (ik/mij). Jij hebt een mooiere stem dan… (ik/mij). De muggen hebben Jasper erger geprikt dan… (ik/mij). Ik geef meer geld uit dan…(jij/jou). Je zus praat harder dan…(jij/jou). De agent geeft Loes een hogere bekeuring dan… (jij/jou). Het bijzondere aan deze zinnen is, dat je er nog een paar woorden bij kunt plakken, waardoor het allemaal duidelijker wordt. Kijk maar eens naar de woorden tussen haakjes. Peter loopt even hard als ik (loop). Jij hebt een mooiere stem dan ik (heb). De muggen hebber Jasper erger geprikt dan (de muggen) mij (hebben geprikt). Ik geef meer geld uit dan jij (uitgeeft). Je zus praat harder dan jij (praat). De agent geeft Loes een hogere bekeuring dan (hij) jou (geeft). Bij twijfel kun je de zin aanvullen met woorden die in het eerste deel van de zin al werden gebruikt. Je ziet dan welke rol ‘ik’ of ‘mij’ heeft en dan is het waarschijnlijk niet meer zo moeilijk.
door Renate de Jonge 02 mei, 2018
Tja, hoe zat dat ook alweer met die stijlfiguren: tautologie, alliteratie, pleonasme… van die termen die je ooit lang geleden in de schoolbanken wel eens hebt gehoord, maar daarna zo snel mogelijk weer bent vergeten. Toch jammer, want met stijlfiguren of stijlmiddelen kun je je tekst een stuk ‘lekkerder om te lezen’ maken. En dat is wat je dan juist wél weer wilt. Dus daarom komen die stijlfiguren van lang geleden hier toch weer even ten tonele. Zodat jij hetgeen je te vertellen hebt nog overtuigender kunt uitdrukken. Een top 10: Eufemisme Met een eufemisme kun je een term of uitdrukking die storend of kwetsend kan zijn, vervangen door een vagere uitdrukking. Je verbloemt hiermee negatieve dingen of zaken die in de taboesfeer liggen. Een voorbeeld is ‘inslapen’ in plaats van ‘doodgaan’ of ‘interieurverzorger’ in plaats van ‘schoonmaker’. Understatement Bij een understatement of parabool worden belangrijke personen, gebeurtenissen of eigenschappen kleiner gemaakt dan ze eigenlijk zijn. Het zijn woorden of uitdrukkingen die een ironisch effect hebben. Het tegenovergestelde van ‘overdrijven’ dus eigenlijk. Een voorbeeld: ‘Het gaat even wat minder met Peter dit jaar. Hij is zijn baan kwijt, is gescheiden en had een auto-ongeluk’. Enumeratie Bij een enumeratie gebruik je een opsomming om iets te benadrukken. Vaak neemt deze opsomming in kracht toe naar een climax. Hij kan ook juist afnemen naar een anticlimax: ‘Ze zijn wereldberoemd, nou ja.. in Nederland. Of in elk geval in Lutjebroek. Althans, daar hebben ze van hen gehoord.’ Metafoor Met het gebruik van een metafoor schep je een bepaald beeld. Dit beeld heeft een overeenkomst met wat je werkelijk wilt vertellen. Bij een metafoor gebruik je altijd een vergelijking, het is eigenlijk een ‘bij wijze van spreken’, bijvoorbeeld: ‘Wat is het hier een zwijnenstal!’ uitroepen als je bedoelt dat het een smerige bende is. Alliteratie Bij een alliteratie is de beginmedeklinker of beginklant van twee of meer woorden in een zin gelijk. Je bereikt hiermee een ritmisch effect. Een van de allerbekendste is nog steeds ‘Heerlijk, helder, Heineken’. Een ander voorbeeld uit de reclame is ‘Today, Tomorrow, Toyota’. Ook in namen vind je de alliteratie vaak terug: Pietje Precies, Donald Duck. Ten slotte zijn er veel allitererende uitdrukkingen, zoals ‘weer en wind’ of ‘schots en scheef’. Repetitio Bij een repetitio herhaal je een woord zonder dat je het verandert. Je geeft hetgeen je wilt uitdrukken of vertellen hiermee extra nadruk. ‘Uur na uur bleven we wachten’. Je kunt zelfs, als je nog meer nadruk op het wachten wilt leggen, een woord vaker dan eens herhalen: ‘Uur na uur na uur bleven we wachten’. Litotes Met een litotes (klemtoon op de eerste lettergreep J) omschrijf je iets door een ontkenning van het tegenstelde. Je wilt bijvoorbeeld uitdrukken ‘dat was behoorlijk dom’ en gebruikt daarvoor ‘dat was niet bepaald slim’. Je ontkent dus (‘niet’) het tegengestelde van dom (‘slim’). Andere voorbeelden zijn: ‘dat was niet echt een succes’ of ‘dat is geen verkeerd plan’. Tautologie Met een tautologie benadruk je een woord door het gebruik van een ander woord dat vrijwel dezelfde betekenis heeft. Je zegt dus eigenlijk twee keer hetzelfde, maar met verschillende woorden: ‘Ik wil enkel en alleen zeggen dat….’ of ‘Hij is vast en zeker weer te laat’. Andere bekende uitdrukkingen zijn ‘nooit ofte nimmer’ en ‘gratis en voor niets’. Met een tautologie moet je wel een beetje oppassen. In sommige gevallen is een tautologie namelijk een regelrechte stijlfout. Bijvoorbeeld wanneer je ‘maar en echter’ in één zin gebruikt, of ‘ook en tevens’. Pleonasme Bij een pleonasme gebruik je een woord dat eigenlijk overbodig is, omdat de betekenis van dat woord al in een ander woord zit dat je ook gebruikt. Je herhaalt een eigenschap die al in het hoofdbegrip zit, om het extra te benadrukken. Vaak is de eigenschap een bijvoeglijk naamwoord en het hoofdbegrip een zelfstandig naamwoord: ‘gele zonnebloemen’, ‘de uiterste limiet’, ‘het koude ijs’, ‘mager scharminkel’. Eigenlijk is het pleonasme een stijlfout, maar je kunt deze fout met opzet maken om iets te benadrukken. Woordspeling Bij een woordspeling gebruik je bewust tegelijkertijd een woord of meerdere woorden met een verschillende betekenis. Het doel is een opvallend, grappig effect te bereiken. ‘Heb jij ook je buik vol van gezond eten?’, ‘Ik ben een geheelonthouder, ik vergeet niets’, ‘je moet op tijd weten hoe laat het is’.
Show More

Share by: